Bara
Bereidingstijd:

Ingrediënten:

  •     250 gr zwarte gespleten urdi/oerdi (hindoestaanse toko)
  •     375 gr zelfrijzende bakmeel
  •     125 gr broodmix
  •     2 tot 3 eetlepels komijn (toko)
  •     2 tot 3 teentjes knoflook
  •     1 grote ui
  •     5 grote tajerblaadjes of 9 kleintjes (toko)
  •     1½ theelepel zout
  •     ½ theelepel gemalen cayenne peper (toko)
  •     200 ml lauw water
  •     minimaal ½ liter zonnebloem olie


Links: de hele urdi's. Die moet je dus NIET hebben!
Rechts: de gespleten, zwarte urdi.

Bereiding:
Week de urdi een nacht of minstens 4 uur van tevoren.
Was de urdi, gooi het grootste deel van de losse zwarte vliezen weg.
Je moet ongeveer ¼ deel (of ietsjes meer) overhouden.
Maal de urdi met vliezen grof.
Stamp de knoflook en de ui fijn in een vijzel.
Het is handig als je ze eerst kleiner snijdt.
Rooster de komijn even in een droge koekenpan en stamp het grof in een vijzel.
Was de tajerblad, scheur de puntjes af, verwijder de steeltjes, dep het droog en snij de blaadjes klein.
Het handigste is eerst in lange repen en dan weer kleiner.
Meng knoflook, ui, komijn en de cayenne en doe het bij de gemalen oerdi.
Voeg ook de tajerblad, het broodmix, de zout en het water toe.
Kneed alles goed door elkaar en voeg dan de bakmeel toe.
Kneed het goed, totdat het een zachte, vochtige massa geworden is.
Dek de deegbal af en zet het weg op een warme plek, waar het minstens twee uur moet rijzen.
Verhit de olie in een wok of een diepe pan.
Houd een kommetje water bij de hand.
Maak je handen een beetje vochtig en maak in je natte handpalm een bal, die je daarna gelijkmatig platdrukt toe een "koek" van ongeveer 10 cm groot en iets minder dan 1 cm dik.
Maak in het midden een kuiltje.

Maak je handen iedere keer weer vochtig.
Maak de "koeken" één voor één en laat ze meteen voorzichtig in de hete olie glijden; er kunnen een stuk of 5 tegelijk in de wok.

Pas op voor gespetter !
Even laten bakken en dan met een gaatjes pollepel omkeren, zodat de andere kant ook gaar wordt.
Goed laten uitdruipen op een schaal met een velletje keukenpapier er op.
Lekker met één van de thatnies, vooral birambie en mango.

Tip 1:
Urdi of oerdi; de naam naam maakt niet uit maar de kleur wel.
Er is ook groene urdi, maar die is te zacht en heeft een andere smaak.
Ga naar een Hindoestaanse toko en vraag om de zwarte urdi voor bara !
Neem gespleten urdi, die niet helemaal gemalen is.

Tip 2:
Het is handig om de bara's met zijn tweetjes te bakken.
De één kan dan de bara's maken en vlot na elkaar in de wok laten glijden, terwijl de ander ze keert en weer uit de wok haalt.

Let op:
Gebruik geen frituurvet !
De bara's smaken dan niet goed en krijgen ook nog een witte laag erover heen.